Een amfibie-auto kan zich zowel op het land als op het water voortbewegen. Amfibievoertuigen bestaan zelfs al voor de verbrandingsmotor uitgevonden was, dat waren dan boten met wielen die over het land voortgetrokken konden worden.
In de periode tot aan de tweede wereldoorlog waren er verschillende carrosseriebouwers die werkende amfibie-auto’s hebben gebouwd, dit waren altijd maatwerkprojecten en unicums.
Tijdens de tweede wereldoorlog werden voor het eerst amfibievoertuigen in serie gebouwd. De Duitsers hadden hun Schwimmwagen, ontworpen door Ferdinand Porsche, een vierpersoons terreinwagen met de kenmerkende opklapbare schroef.
De Amerikanen kwamen vervolgens met een aangepaste Jeep, de GPA. Deze wordt ook wel Seep genoemd, een samentrekking van Sea Jeep
Het meest bekende Amerikaanse amfibievoertuig is niet de Sea Jeep maar de DUKW (uitgesproken als duck) een 6x6 vrachtwagen die vooral ontworpen is om tijdens de landing in Normandie voorraden aan land en vervolgens naar het front te kunnen brengen. De DUKW was bedoeld om hooguit een paar weken ingezet te worden.
Het is tekenend voor de bouwkwaliteit dat veel DUKW’s daarna een tweede leven voor amfibische tourtochten kregen. Een aanzienlijk deel daarvan is zelfs nu nog steeds in gebruik…
Voortbouwend op de door Porsche ontworpen Schwimmwagen kwam zijn landgenoot Hans Trippel in 1961 met de Amphicar, in Nederland en Belgie bekend uit de TV-serie Kapitien Zeppos. Dit is tot nu de enige amfibie-auto voor particulier gebruik die in serie gebouwd is. Van deze unieke auto’s werden er in de zestiger jaren zo’n 4.000 geproduceerd. Inmiddels bestaan er nog maar zo’n 400 en zijn de auto’s gewilde verzamelobjecten geworden.
De Engelse autobouwer Tim Dutton is in Nederland tamelijk onbekend, toch was Dutton Cars was tussen 1970 en 1989 de grootste fabrikant van kitcars ter wereld. Na verkoop van zijn fabrieken legt hij zich sinds 1989 toe op zijn passie: het bouwen van amfibie-auto’s in kleine serie productie.